"Laten we eerlijk zijn: het weer heeft geholpen." Aldus de titel van de tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam met het fantastische werk van Walid Raad. En met fantastisch bedoel ik in dit verband niet per se 'grandioos' of 'eersteklas', maar meer als synoniem voor 'verzonnen en onwerkelijk'. De Libanees|Amerikaanse kunstenaar is een fantast. Of - met een modewoord en wat positiever geframed - een storyteller.
In 'Let's be Honest, the Weather Helped' verweeft Raad feit en fictie. Neem niet alles wat hij presenteert voor zoete koek aan, want dan kom je bedrogen uit.
Kijk mee naar een sterk staaltje mooipraterij.
Allereerst moet mij iets van het hart. Nu volgt een bekentenis en ik geef het ruiterlijk toe: ik hou niet zo heel erg van zwaar politiek geëngageerde kunst. Liever niet. Geef mij maar Henk-en-Ingrid-vriendelijk en ontspannend, want ik wil eigenlijk vooral vermaakt worden. Kunst in hapklare brokken. De dagelijkse werkelijkheid is al confronterend genoeg en te veel kommer en kwel, daar schiet niemand wat mee op (huldig ik als motto).
In zeven zalen van het Stedelijk Museum in Amsterdam toont de kunstenaar "zijn scherpe, kritische, geëngageerde en vaak geestige visie op de complexiteit van de Libanese oorlogen en op de recente ontwikkelingen in de kunstwereld van het Midden-Oosten", aldus het museum. Te zien zijn werken uit drie grote, langlopende projecten waar Raad sinds de jaren 80 aan werkt.
Het eerste project is 'The Atlas Group' (1989-2004) waarin hij verhalen heeft bedacht over de Libanese oorlogen. Met allerlei middelen heeft Raad documenten (zoals fictieve dagboeken), personages en gebeurtenissen gecreëerd die bestaan zouden kúnnen hebben of gebeurd zouden kúnnen zijn. Uitgangspunt was de gewelddadige dagelijkse realiteit in het conflictueuze gebied, maar op een volstrekt uit de duim gezogen manier vertelt. Alle situaties en voorvallen die hij beschrijft zijn uit zijn eigen verbeeldingskracht ontsproten. Onzinverhalen, zonder dat het volstrekte onzin is.
Neem de vertelling van de transportkisten, te zien als drie grote, houten sculpturen in de expositie (met de titel 'I feel a great desire to meet the masses once again VI, XVII, XXXIII'). En ik citeer hier de kunstenaar. "In 1975, bij het begin van de oorlogen, werden de meeste openbare monumenten in Beirut haastig ontmanteld en de onderdelen in ongemarkeerde kratten gestopt. (...) Dertig jaar later werden de kratten verzameld en geopend in de hoop de monumenten weer in elkaar te kunnen zetten. Het gebrek aan een protocol voor het afbreken en her-monteren zorgde echter voor wonderlijk samengestelde nieuwe kunstwerken (...)."
-X-
In 'Let's be Honest, the Weather Helped' verweeft Raad feit en fictie. Neem niet alles wat hij presenteert voor zoete koek aan, want dan kom je bedrogen uit.
Kijk mee naar een sterk staaltje mooipraterij.
1. 'Appendix 137', 2018. 2. Zaaloverzicht. 3. 'Postface to the ninth edition-On Marwan Kassab-Bachi (1934-2016)', 2017, (een deel van de 27 canvassen). |
Ook ben ik geen groot liefhebber van conceptueel, waarbij 'de idee' belangrijker is dan hoe het eruit ziet. Dat het concept van de getoonde kunst leidend is en de vorm daaraan ondergeschikt. Of dat uit de tekst (véél tekst, téveel tekst) moet blijken waar je naar kijkt. Zeg maar 'moeilijk doen terwijl het makkelijk kan'. Of mooier kan. Ik hou niet van 'hard to get' kunst.
overzichtelijkheid
Dat is dan ook de reden waarom ik aarzelde bij de vertoning van schilderijen, tekeningen, film, fotografie, essays, multimedia installaties en performances van de hand van Walid Raad (1967, Libanon en sinds de jaren 80 woonachtig in de Verenigde Staten). Ik weifelde, wetende dat de kunstenaar de gebeurtenissen in zijn geboorteland als onderwerp van zijn kunst maakt. Want ik ben geen 'geopolitieke' hoogvlieger (ook zo'n eigentijds woord: geopolitiek), maar dat het in Libanon goed fout zat, dat weet iedereen. Dus een expositie met als onderwerp het verscheurde land in het Midden-Oosten in de periode 1975-1991 met de diverse burgeroorlogen en de complexiteit van elkaar bestrijdende partijen, kan niet anders dan zwaar op de maag liggen.
Ja? Dus?
Ja? Dus?
Ik ging toch.
Het eerste project is 'The Atlas Group' (1989-2004) waarin hij verhalen heeft bedacht over de Libanese oorlogen. Met allerlei middelen heeft Raad documenten (zoals fictieve dagboeken), personages en gebeurtenissen gecreëerd die bestaan zouden kúnnen hebben of gebeurd zouden kúnnen zijn. Uitgangspunt was de gewelddadige dagelijkse realiteit in het conflictueuze gebied, maar op een volstrekt uit de duim gezogen manier vertelt. Alle situaties en voorvallen die hij beschrijft zijn uit zijn eigen verbeeldingskracht ontsproten. Onzinverhalen, zonder dat het volstrekte onzin is.
Neem de vertelling van de transportkisten, te zien als drie grote, houten sculpturen in de expositie (met de titel 'I feel a great desire to meet the masses once again VI, XVII, XXXIII'). En ik citeer hier de kunstenaar. "In 1975, bij het begin van de oorlogen, werden de meeste openbare monumenten in Beirut haastig ontmanteld en de onderdelen in ongemarkeerde kratten gestopt. (...) Dertig jaar later werden de kratten verzameld en geopend in de hoop de monumenten weer in elkaar te kunnen zetten. Het gebrek aan een protocol voor het afbreken en her-monteren zorgde echter voor wonderlijk samengestelde nieuwe kunstwerken (...)."
wrang en geestig
Om aan te tonen hoe gruwelijk oorlog is, verdraait Walid Raad de werkelijkheid. Want die werkelijkheid is al gruwelijk genoeg en de mensen zijn geneigd om weg te kijken. Of, zoals te lezen in De Groene: "de kunstwerken die dat oplevert zijn haarscherp en toch out of focus, geestig en wrang tegelijkertijd. Mooie beelden met kernen van lelijke waarheden, technisch perfect uitgevoerd."1. en 2. 'I want to be able to welcome my father to my house' 3. en 4. 'Better be watching the clouds'. 5. 'Letters to the Reader', 2014. |
Daarnaast is er zijn onderzoek 'Sweet talk commissions Beirut' (1987 -) dat bestaat uit verschillende foto|video-opdrachten die Walid Raad zichzelf gaf "om het veranderende stadsgezicht van straten, gebouwen en winkelpuien in Beirut vast te leggen. Hij concentreerde zich op de omgeving waar hij woonde, aan de rand van de slagvelden in de stad. Hij zette zijn project in 'na-oorlogs' Beirut voort, toen er een groots nieuw stadscentrum werd gebouwd." Een mooi voorbeeld daarvan zie je ook in de vertoning in het Stedelijk Museum: een 15 meter brede, panoramische, caleidoscopische video-installatie van in elkaar stortende gebouwen, die ook weer overeind komen.
feit en fictie
Het derde project, 'Scratching on things I could disavow' (2007 -) richt zich op de opkomst van nieuwe musea in de Arabische wereld en "gaat in op materiële en immateriële manieren waarop geweld, traditie en kunst beïnvloedt". Raad doelt daarmee op de bouw van enorme nieuwe musea (zoals de filialen van het Louvre* en het in aanbouw zijnde Guggenheim in Abu Dhabi) die als prestige-objecten zijn opgericht, ten dienste van de commercie en het toerisme. "Aan de andere kant onderzoekt Raad hoe islamitische, moderne of hedendaagse Arabische kunstwerken zich verzetten, aanpassen of verbergen in deze nieuwe omgevingen."
Wat ze natuurlijk níet doen (kunstwerken verzetten zich immers niet tegen nieuwe omgevingen). Allemaal apekool, maar Raad stelt met zijn absurdistische insteek wel de misstanden (de koloniale kunstroof, de arbeidsomstandigheden bij de bouw van de musea, de machtsstructuren en het vele geld in de Golfstaten) aan de kaak.
* Het gebruik van de naam 'Louvre' heeft de hoofdstad van de Verenigde Emiraten een miljard dollar gekost (lees ik op Gonzo Circus).
1. 2. en 3. 'Let’s be honest, the weather helped', 1998, 2006. 4. en 5. Ímaginative wall reliefs'. |
En? Hoe beviel het?
Nou, vooral vervreemdend. Raar om naar 'verhalen' te kijken die nooit gebeurden zijn of zelfs nooit gebeurd kúnnen zijn. Of misschien toch wel?
wat is waar?
Ik las ergens deze uitspraak van de kunstenaar: "feiten zijn belangrijk. Tegelijkertijd raken ze ons nauwelijks en brengen ze ons zelden in beweging" en dat is een waarheid als een koe. Ook ik steek liever mijn kop in het zand en daarom is Walid Raad's manier van vertellen - ludiek en 'fantastisch' - belangrijk. Hij brengt grote internationale vraagstukken terug naar het persoonlijke.
Er zijn geen antwoorden: niet in de verbeelding en niet in het echie...
't Is menens.
Te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam tot en met 13 oktober.
PS: durf jij het aan? Op 3, 4 en 5 oktober geeft de kunstenaar (elke dag twee) performances* in en door zijn tentoonstelling. Via deze link kun je een kaartje boeken.
* ("Deze 'walkthrough', zoals de kunstenaar het zelf noemt, is een intrigerende combinatie van feiten, politieke, historische en filosofische inzichten en vertelkunst die zijn werk op een bijzondere manier meer verdieping geeft."
Tekst en (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl
(Detail) 'Les Louvres and/or kicking the dead: Second introduction', 2018. |