Jaume Plensa in Museum Beelden aan Zee

9 juli 2019
Do not touch, caress! Niet aanraken, streel! Liefkoos. Met deze boodschap begint in de grote zaal van Museum Beelden aan Zee de tentoonstelling met sculpturen van Jaume Plensa. En nu weet ik niet of je deze slogan letterlijk mag nemen (dociel als ik ben, hield ik de handen op de rug), maar de 'kinderkopjes' van de Spaanse beeldhouwer nodigen inderdaad uit om te aaien. Aan de achterkant van het harde gesteente ruw en onbewerkt, op de beeldzijde zo'n glad, hyper-gepolijst meisjesgezicht. De verleiding is dan erg groot. Dat wil je toch beroeren?

Ik maakte een rondgang langs de beelden in de betonnen 'duinkathedraal' op Scheveningen en maakte daarvan proces verbaal. Lees je mee?



1. Room with a view! In de zeezaal, Jaume Plensa met 'Laguna', 2018, muranoglas. 2. en 3. Entree van het museum.
Van belangstelling, via hobby, naar passie: zo vergaat het de particuliere kunstverzamelaar. Niet dat ik uit ervaring spreek (als chronisch armoedzaaier). Nee, deze wijsheid lees ik in een artikel over de ontstaansgeschiedenis van Museum Beelden aan Zee (BaZ), want zo is het de oprichters vergaan. Precies 25 jaar geleden werd het Scheveningse kunsthuis, gespecialiseerd in sculpturen uit de periode van ná de 2e Wereldoorlog, opgericht voor verzamelpaar Theo (1927-2005) en Lida (1922) Scholten*.
Theo Scholten was bij leven topman van SHV en later bij Robeco, hoogleraar financieringsvraagstukken aan de Erasmusuniversiteit én lid van diverse bestuursorganen van m.n. culturele instellingen, zoals Köller-Müller, Boijmans Van Beuningen en Vereniging Rembrandt.

Het begon met hun eigen verzameling van meer dan 750 beelden: aanvankelijk met uitsluitend herkenbare mensfiguren (dus figuratief) en later - naarmate hun smaak zich ontwikkelde - ook abstracte sculpturale werken. Inmiddels is het museum autoriteit voor wat betreft moderne en hedendaagse (inter)nationale beeldhouwkunst (want het huisvest ook het onderzoekscentrum Sculptuur Instituut).

verzonken museumbunker

En dan dat onderkomen! In de aanhef noemde ik het gebouw al een 'duinkathedraal', want wát een geweldig ingenieus concept heeft Wim Quist (Amsterdam, 1930) afgeleverd. Sorry, voor mijn ietwat lyrische en opgewonden toon, maar ik zag zelden zo'n sterk staaltje ontwerp-rijkdom. Zeker gezien de uitdagingen waarvoor de architect zich geplaatst zag.
De museum'bunker' loopt onderdoor het in 1827 gebouwde, neo-classicistische 'Paviljoen van Wied', dat Koning Willem I liet bouwen voor zijn echtgenote. "Bij de bouw van het museum eiste de gemeente Den Haag dat het op het duin niet zichtbaar zou zijn en het is dan ook geheel ondergronds gebouwd, met terrassen op het duin, die ook vanaf het strand of de boulevard niet zichtbaar zijn. Toch is er veel lichtinval in het museum, door het vele glaswerk in het dak. Vanuit de zogenaamde 'zeezaal' is er zicht op de zee, waarbij er niets te zien is van de boulevard, de pier en de andere drukte op het strand van Scheveningen."

ze mogen me hier opsluiten

Tot zover Wikipedia en écht: in dit museum mogen ze me opsluiten! Een prachtig gebouw. Met (momenteel) een mooi overzicht van het beeldwerk van Jaume Plensa; een fijne museumwinkel, dus boeken bij de hand (met o.m. een uitstekend assortiment boeken over beeldhouwkunst én fijne design-hebbedingen); een museum-cafetaria ter bevrediging van honger, dorst en de lekkere trek en een aantal terrassen en patio's mét mooie buitenkunst, waar ik mezelf zou kunnen luchten. Pal aan het strand en dat word je alleen gewaar in de zeezaal (a room with a view) én door de krijsende meeuwen. Top. Komt helemaal in orde...






1. Mario Martinelli, 'Dubbelportret Theo en Lida Scholten', 2000 (staaldraad). 2. Paviljoen van Wied, waar het museum onderdoor loopt. 3. Jaume Plensa, Detail van 'Double Roots'. 4. en 5. Jaume Plensa op het Scheveningse duin: 'Carlota', 2018 en 'Mar', 2016 (beiden gietijzer). 6. Jaume Plensa, (uit mijn archief:) 'Love', 2017 in Leeuwarden. 
En dan de kunst. Sinds 22 juni zie je een mooie vertoning van de werken van Jaume Plensa (Barcelona, 1955). (Volgens het Ster & Cultuur-spotje dat op dit moment te zien is op televisie, spreek je zijn voornaam uit als "Tjoumee". Nou, doen we dát!).
En wat was jouw eerste Plensa-moment? Mijn premiere - de eerste keer dat ik een beeld van de kunstenaar zag - was op het Stationsplein in Leeuwarden toen ik de stad bezocht voor de Escher-expo in het Fries Museum. De mistfontein* 'Love' - geplaatst wegens Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad (zie de foto hierboven) - bestaat uit twee 7 meter hoge, witte sculpturen van een jongen- en een meisjes-toet. Uit hun verband getrokken, want ze zijn wel erg langgerekt. Het gelaat naar elkaar toe gedraaid, maar hun ogen zijn gesloten. De gezichtsuitdrukking van de jongelingen is stil en sereen en dat zijn allemaal karakteristieken die typerend zijn in Plensa's werk.
* het beeld hoort in een mist van waterdamp te staan, maar tijdens mijn bezoek was het (net als nu) dusdanig droog weer, dat het mechaniek was uitgezet. Vandaar geen nevel.

in gedachten verzonken

Dat meditatieve is bij de 'tronies' van Plensa repeterend. Daarnaast zijn de beelden over het algemeen meisjesgezichten. In de (zonovergoten) grote zaal van het museum staan zeven van deze bakvis-hoofden*. Met hun dromerige, trance-achtige, in zichzelf gekeerde blik zien ze er kwetsbaar uit, maar het materiaal - het keiharde basalt - veronderstelt juist kracht. Buiten op het duin staan twee (4.5 meter hoge) gietijzeren exemplaren en verspreid door het museum staan 'Maria', die werd gebeeldhouwd uit het bijna transparante albast, twee 'Duna' versies van (de ene wit en de andere van zwart) muranoglas en is er nog een duo, genaamd 'Laguna', die ook van muranoglas zijn gegoten. 
 "Beeldhouwkunst is een ambachtelijk vak. (...) Dat materiële is een belangrijk aspect van Plensa's werk", aldus Jan Teeuwisse, directeur van Museum BaZ.
* Sanna en Rui Rui (2013), Anna B en Lou (2014), Laura Asia, Julia en Wilsis (2017).   

"Voor kinderen is de toekomst een droom vol beloftes" 

Maar waarom altijd jonge vrouwen aan het begin van hun puberteit, denk ik dan? (En ik ben vast niet de enige). "Omdat", antwoordt Plensa op deze vraag: "het leven nog geen sporen op hun gezicht heeft achtergelaten."






Alles Jaume Plensa: 1. en 2. Impressie van de grote zaal met de 7 meisjeshoofden. 3. en 4. 'The Heart of Rivers' (2016). 5. 'The Sound of Words I en II', 2017. 6. Detail (uitsnede) van 'Continents XIII', 2004. 
(Maar) er is meer. Naast de tieners in beeldvorm, zie je in Museum BaZ ook opengewerkte, RVS mensfiguren met de namen 'The Sound of Words I en II én Double Roots (alle drie uit 2017). In de eerste twee (de pendanten 'het geluid van woorden'), hangen klepels in de vorm van letters. De schrifttekens komen uit verschillende talen: Chinees, Arabisch, Grieks en door een zuchtje wind óf door de beroering van toeschouwers die de gevlochten sculpturen mogen binnengaan, klinken de beelden als een klok. Plensa verbeeldt hiermee zijn droom "van de mens die, waar hij ook vandaan komt, positief contact wil maken met de ander."

"Ik hou van gongs en cimbalen", zegt Plensa. "De vibratie van het materiaal drukt de vibratie van het denken uit. Dat is voor mij sculptuur in zijn meest zuivere vorm."
Diepzinnig.

"Kunst draait om ervaren. Niet alleen met je ogen, maar vooral ook met je hart."

Dan is er ook nog de installatie 'The Heart of Rivers' (2016): zeven zittende bronzen mannen op een aarden heuveltje, die ieder voor zich een boom omarmen. (En dat maakt de installatie een mooi voorbeeld van het new age-verschijnsel 'knuffelen met bomen').
Het cijfer zeven is sowieso heel belangrijk voor de beeldhouwer: in zijn visie staat het geluksgetal voor de voltooiing, perfectie en het goddelijke. De figuren, afgietsels van Jaume Plensa's eigen lijf, zijn bedekt met letters. Woorden, want taal, literatuur en vooral poëzie zijn ook terugkerende elementen in zijn kunst. In dit geval staan er namen van rivieren op de beelden.

In het kabinet van het museum - een betonnen gewelf als de moderne versie van een Gotische kerk - hangen metershoge bewerkte houtskool-tekeningen van mensen ten voeten uit. Plensa gebruikt het tekenen als zijn manier om zijn ideeën uit te drukken. "Zijn tekeningen raken tegelijkertijd aan het driedimensionale van de beeldhouwkunst, omdat de ruimte zo'n belangrijke plaats inneemt in het voortdurende spelen met transparantie dat in zijn beelden eveneens naar voren treedt."

Cryptisch, deze quote. Maar goed, de kunstwerken van Plensa zijn immens, dichterlijk en meditatief met een heel toegankelijke beeldtaal (en laat de verklaring van de symboliek dan maar zitten. Die bedenk ik er zelf wel bij...).


  
  


Jaume Plensa: 1. en 2. Twee maal 'Duna', de witte uit 2018 en de zwarte uit 2015. 3. Jaume Plensa, 'Double Roots', 2017. Vervolgens drie foto's van de diverse terrassen met werk uit de vaste collectie van het museum: 4. Angus Taylor, 'Disclosing Decay', 2008. 5. Arthur Spronken, 'Monument Koninklijk Gezin', 1994-1996. 6. Maja van Hall, 'Twee koppen samen', 1982-1983.
De oprichters van het fraaie museum kochten in de tachtiger jaren al werk van de toen nog jonge en volstrekt onbekende kunstenaar Jaume Plensa. Hun wens om ooit nog eens een solo-expositie aan de Catalaan te wijden, is nu - bij het 25-jarige bestaan van het museum - in vervulling gegaan. Het jubileum wordt in stijl gevierd met dit Nederlandse debuut.

Tot en met 22 september in Museum Beelden aan Zee in Scheveningen. Kijk je even op de website voor bezoekersinformatie


-X-


Alle aangehaalde uitspraken zijn citaten uit de tentoonstellingscatalogus. En over dit boekwerk zou ik één ding willen zeggen: voor mij iets teveel kunst-theoretische vaagtaal. En dat doet mij dan weer denken aan de gezellige zomerhit van Kenny B: "Praat Nederlands met me. Even Nederlandse met me."


1. een #artselfie voor de menselijke maat :-) en 2. Museum Beelden aan Zee.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl (en een anonieme, maar bereidwillige museumvrijwilliger voor de #artselfie).

Auto Post Signature

Auto Post  Signature