Klein maar fijn, dit eerbetoon aan kunstschilder Klaas Gubbels. Ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag zie je sinds 21 mei in Museum Jan van der Togt enkele van zijn beroemd geworden koffiekan-schilderwerken. Wie kent ze niet?
Met een bewonderenswaardige hardnekkigheid schildert Gubbels sinds eind jaren vijftig stillevens. De kunstenaar heeft met dit genre een uitgebreid levenswerk opgebouwd waarin koffiekannen - door hem steevast 'ketels' genoemd, maar ook tafels, (wijn-) flessen, stoelen, schaakborden, peren, gitaren en - heel sporadisch - een vrouwspersoon figureren. Voor zijn verjaardag mocht de schilder van het Amstelveense museum - en onder de noemer 'De keuze van de kunstenaar' - zo'n 25 persoonlijke favorieten selecteren.
Verleden week sprak ik - samen met nog enkele andere leden van het journaille - met de jarige, van oorsprong Rotterdamse kunstenaar, die voor zijn leeftijd nog aardig kwiek oogt. Flarden van die keuvel lees je hier.
"Het is begonnen met een stilleven. Toen is daarbij gekomen de tafel, dus waar het stilleven op stond. Toen zijn er steeds langere poten bij gekomen, met als resultaat dat het een complete tafel met stilleven was. En daarna is het proces begonnen om steeds minder op die tafel te zetten en te kijken of ik met een lege tafel evenveel spanning kon krijgen als met iets erop."
Tot zover een citaat van Gubbels over hoe het zo is gekomen en dus niet met die beroemd geworden koffiekannen, maar met tafels. We zitten dan in 1959, want uit dat jaar stamt zijn eerste. Sindsdien is de kunstenaar blijven voortborduren op hetzelfde thema. De repeterende variatie van een tafelblad met vier lange, dunne poten en later met de koffiekan. Het onderwerp is keer op keer hetzelfde: het werk daarentegen is altijd anders. Zonder perspectief, alsof de schilder niet de diepte in wil.
Plat en vlak.
Klaas Gubbels werkt nog dagelijks en - laat daar geen misverstand over bestaan - de zo bekende vormen worden nog steeds - dag in, dag uit, opnieuw uitgevonden. Zijn schilderijen mogen er (misschien) wel uitzien alsof ze in één dag geschilderd zijn: naar eigen zeggen doet hij er soms wel een jaar over. En zeker niet op de automatische piloot, want de kunstenaar vraagt gretig om feedback. "Toen hij nog leefde vroeg ik Ad Gerritsen (vriend en collega, red.) om mijn werk te komen afzeiken. Ieder ander zegt altijd dat het mooi is wat ik maak" aldus de schilder, terwijl hij zelf blind zegt te zijn voor de kwaliteit van zijn verfsels. "Soms vraag ik een naburige boer* om naar mijn atelier te komen en zelfs als zijn opmerkingen er volledig naast zitten, geeft het mij inspiratie om met het werk verder te gaan. Kijk vooral kritisch naar mijn werk. Daar heb ik wat aan."
* Gubbels heeft een landelijk gelegen atelier nabij Arnhem.
Kijktip: op de website van Trendbeheer zie je een fotoreportage uit 2017 gemaakt in het atelier van Gubbels. Altijd leuk: binnen gluren! Ook (of zeker) in ateliers.
Het merendeel is nooit in het openbaar te zien geweest. In de expositie wijst Gubbels trots in het rond. "Die, en die, en die. Die hangen normaal bij mij in het atelier en die zelfs bij mij thuis." Hij wijst op een stilleven uit 1961 dat is geïnspireerd op Picasso. Hij is er erg aan gehecht. En aan het "autoportret, maar dan anders": (uiteraard) een tafel met daarop iets wat in de verte lijkt op een hoofd. De schilder zelf? Toch ook weer niet.
Het is een mooi overzicht van zijn levenswerk, vindt de kunstenaar. Hij herhaalt het een paar keer tijdens mijn bezoek. Mooi, mooi? Maar wat is mooi?
Speciaal ter gelegenheid van de 6e editie staan er vijf buitenbeelden van Klaas Gubbels op de Bovenkerkerkade en één spot on voor het museum. De positie van de plastieken is zorgvuldig en slim gekozen, want via deze lange (linden-)laan loop je van de expositie met het werk van Klaas Gubbels linea recta naar het stadshart én dat andere interessante Amstelveense kunsthuis, namelijk het Cobra Museum voor Moderne Kunst. Hier zie je kunst vanaf, pakweg 1950 met de nadruk op, of een relatie mét de CoBrA-beweging (of naar eigen zeggen: "het museum maakt het erfgoed van de CoBrA-beweging zichtbaar en houdt het gedachtegoed van de kunstenaars van de beweging levend." (Ik maakte meerdere blog posts over het museum: gebruik daarvoor de zoekfunctie in de rechterbovenhoek op deze pagina).
Lucky me!
Nog een mededeling van huishoudelijke aard: kijk voor je afreist eerst op de website van het museum voor bezoekersinformatie.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl
Met een bewonderenswaardige hardnekkigheid schildert Gubbels sinds eind jaren vijftig stillevens. De kunstenaar heeft met dit genre een uitgebreid levenswerk opgebouwd waarin koffiekannen - door hem steevast 'ketels' genoemd, maar ook tafels, (wijn-) flessen, stoelen, schaakborden, peren, gitaren en - heel sporadisch - een vrouwspersoon figureren. Voor zijn verjaardag mocht de schilder van het Amstelveense museum - en onder de noemer 'De keuze van de kunstenaar' - zo'n 25 persoonlijke favorieten selecteren.
Verleden week sprak ik - samen met nog enkele andere leden van het journaille - met de jarige, van oorsprong Rotterdamse kunstenaar, die voor zijn leeftijd nog aardig kwiek oogt. Flarden van die keuvel lees je hier.
1. 'Zonder titel', 2017. 2. Klaas Gubbels. 3. 'De Peer', 2000. |
Tot zover een citaat van Gubbels over hoe het zo is gekomen en dus niet met die beroemd geworden koffiekannen, maar met tafels. We zitten dan in 1959, want uit dat jaar stamt zijn eerste. Sindsdien is de kunstenaar blijven voortborduren op hetzelfde thema. De repeterende variatie van een tafelblad met vier lange, dunne poten en later met de koffiekan. Het onderwerp is keer op keer hetzelfde: het werk daarentegen is altijd anders. Zonder perspectief, alsof de schilder niet de diepte in wil.
Plat en vlak.
"het is klaar omdat het onaf is"
Klaas Gubbels (1934) is vaak vergeleken met de Italiaanse schilder Giorgio Morandi (1890-1964). Die laatste maakte zo'n 600 schilderijen, waarvan de stillevens met kruiken, vazen en flessen met een beperkt aantal poederige kleuren het bekendst zijn geworden (zie Google afbeeldingen). Wat de twee verbindt, is het verstilde karakter van hun beeltenissen en hun voorkeur voor een beperkt aantal onderwerpen. Blijkbaar zijn die vormen voor beide schilders het sterkst, dus noem ze gerust monomaan. Maar in tegenstelling tot die van Morandi, vertonen Gubbels' canvassen veel vaker hoekige en harde lijnen. Gubbels' werk is directer, abstracter, brutaler.
Vanaf 1982 verschijnt de koffiekan ook 'alleen' op doeken van Gubbels. Daarvoor maakten die ketels soms al wel onderdeel uit van de compositie, maar sinds het begin van de tachtiger jaren duiken ze ook solo op. Wel in verschillende gedaantes: zonder oor, met één of een dubbel handvat, meerdere tuiten, in de vorm van een hart en in een enkel geval zelfs met benen.
1. 'Zonder titel', 1994. 2. 'JA', 1979. 3. de kunstenaar himself. 4. Gubbels' favoriete koffiekan. 5. 'Russische stilleven', 1982. 6. Zaaloverzicht. |
"Ik gebruik de koffiepot om iets te maken. Misschien misbruik ik hem wel. Als een misdadiger sla ik toe. (...) Mijn werken gaan over schilderen, niet over koffiepotten*." De schilder probeert de essentie van een voorwerp te pakken: hij wil tot de kern doordringen. "Ik ga dan net zo lang door tot wat ik wil; langzaamaan kom ik dan tot een vorm." Het gaat bij Gubbels om de poëzie, humor, agressie of zelfs de saaiheid.
* (uit een interview met het NRC in 1993).
Klaas Gubbels werkt nog dagelijks en - laat daar geen misverstand over bestaan - de zo bekende vormen worden nog steeds - dag in, dag uit, opnieuw uitgevonden. Zijn schilderijen mogen er (misschien) wel uitzien alsof ze in één dag geschilderd zijn: naar eigen zeggen doet hij er soms wel een jaar over. En zeker niet op de automatische piloot, want de kunstenaar vraagt gretig om feedback. "Toen hij nog leefde vroeg ik Ad Gerritsen (vriend en collega, red.) om mijn werk te komen afzeiken. Ieder ander zegt altijd dat het mooi is wat ik maak" aldus de schilder, terwijl hij zelf blind zegt te zijn voor de kwaliteit van zijn verfsels. "Soms vraag ik een naburige boer* om naar mijn atelier te komen en zelfs als zijn opmerkingen er volledig naast zitten, geeft het mij inspiratie om met het werk verder te gaan. Kijk vooral kritisch naar mijn werk. Daar heb ik wat aan."
* Gubbels heeft een landelijk gelegen atelier nabij Arnhem.
Kijktip: op de website van Trendbeheer zie je een fotoreportage uit 2017 gemaakt in het atelier van Gubbels. Altijd leuk: binnen gluren! Ook (of zeker) in ateliers.
eenkennig met "super saaie stillevens"
De kunstenaar mag dan eenkennig zijn voor wat betreft zijn onderwerpkeuze, dat is hij zeker niet qua veelvoud aan technieken en materialen. Van zijn hand zijn schilderijen, houtsneden, aquarel, keramiek en glaswerk en natuurlijk zijn sculpturen en buitenbeelden.
Museum Jan van der Togt toont van 21 mei tot en met 25 augustus 2019 een "selectie van schilderijen die in nauwe samenwerking met de kunstenaar tot stand is gekomen. Er worden circa 25 werken tentoongesteld die veel voor de kunstenaar betekenen en waar hij zijn hele leven geen afstand van heeft willen doen. Te zien zijn schilderijen uit diverse periodes van zijn leven; van het oude onderzoekende werk, tot de welbekende kan én nieuw werk", aldus de website van het museum.1. 'Koffertafel', 1965. 2. 'Rode tweepoot', 1990. 3. Zaaloverzicht. 4. 'Stilleven naar K. Schippers', 2018. 5. links 'Adam', 1965 en (rechts) 'Bolle Gijs', 1969. 6. 'Zwevend naakt', 1984. |
Het is een mooi overzicht van zijn levenswerk, vindt de kunstenaar. Hij herhaalt het een paar keer tijdens mijn bezoek. Mooi, mooi? Maar wat is mooi?
een tafel die staat als een huis
Voor de deur van Museum Jan van der Togt op het Dorpsplein van het ten zuiden van Amsterdam gelegen voormalige turfdorp (ook wel 'veentje' genoemd) staat 'Tien Tuiten' (2017), een van Gubbels' buitenbeelden. Het sculptuur is voorbode van een 'annex' van ARTZUID, want oprichter Cyntha van Heeswijk en de gemeente Amstelveen sloegen de handen ineen en zodoende is tijdens deze beeldenroute (zie mijn vorige blogpost over ARTZUID) het parcours verlengd naar het naburige Amstelveen. "We kregen het verzoek om in het kader van ARTZUID ook iets in Amstelveen te doen," aldus de directeur van de Amsterdamse Sculptuur Biennale. "Dat zou kunnen helpen de toeristische druk op de binnenstad wat weg te nemen."Speciaal ter gelegenheid van de 6e editie staan er vijf buitenbeelden van Klaas Gubbels op de Bovenkerkerkade en één spot on voor het museum. De positie van de plastieken is zorgvuldig en slim gekozen, want via deze lange (linden-)laan loop je van de expositie met het werk van Klaas Gubbels linea recta naar het stadshart én dat andere interessante Amstelveense kunsthuis, namelijk het Cobra Museum voor Moderne Kunst. Hier zie je kunst vanaf, pakweg 1950 met de nadruk op, of een relatie mét de CoBrA-beweging (of naar eigen zeggen: "het museum maakt het erfgoed van de CoBrA-beweging zichtbaar en houdt het gedachtegoed van de kunstenaars van de beweging levend." (Ik maakte meerdere blog posts over het museum: gebruik daarvoor de zoekfunctie in de rechterbovenhoek op deze pagina).
Terug naar mijn ontmoeting met Klaas Gubbels. De aimabele grijsaard wilde mij wel een tastbaar aandenken meegeven en signeerde het mij ter hand gestelde koffietafelboek (c.q. catalogus) 'tafels tables tische tavoli' (te koop in de museumwinkel). Hij maakte er een heel kunstwerk van.
Kijk maar ☝️ Lucky me!
'De keuze van Klaas Gubbels' is te zien t/m 25 augustus in Museum Jan van der Togt in Amstelveen*.
Tip: hou ook het Facebookaccount van het museum in de gaten. De kunstenaar tekende in meerdere catalogi en die komen beschikbaar voor fans.
* Ook te zien: tot 2/6 'Almost Unreal' met schilderijen van Willem van Veldhuizen en vanaf 8/6 t/m 25/8 de tentoonstelling 'Spelen met kleuren, kleine ontdekkingen' van de Japanse kunstenaar Ayako Rokkaku.
-X-
Nog een mededeling van huishoudelijke aard: kijk voor je afreist eerst op de website van het museum voor bezoekersinformatie.
#agreyladyinamuseum | foto: © MuseumvanderTogt. |