Kröller Müller Museum: Lucas Lenglet, Gilbert & George, Richard Long en vele anderen....

27 april 2019
800.000 gulden betaalde de Nederlandse Staat in 1935 voor de 6.800 hectare grond met daarop het door Berlage ontworpen jachthuis St. Hubertus, inclusief de privé-verzameling van bijna 11.500 kunstwerken. Een schijntje. En voor deze grijpstuiver aan de familie Kröller waren wij - "het Nederlandsche Volk" - gelijk ons eerste nationale park* rijker. Precies: de Hoge Veluwe.

En voor wat betreft die kunstcollectie: die was door de vrouw des huizes, mevrouw Helene Kröller-Müller door de jaren heen zorgvuldig bij elkaar geshopt en bedoeld voor de toekomst. In een van haar (3.400 nagelaten) brieven schreef ze niet te verzamelen "voor het tegenwoordig bezit (...). Maar bij hetgeen ik verzamel, denk ik altijd aan de toekomst, (...) want ik verzamel om aan de toekomst dát te geven wat mij lijkt het beste in het leven."
Tot nut en genot der gemeenschap...
* de eerste van de inmiddels 20 nationale parken.

Tot zover andere tijden, terug naar de onze. Zo'n 80 Jaar na haar dood bezichtig ik haar nalatenschap. Ik ga op huisbezoek in het Rijksmuseum Kröller Müller en loop een rondje door de beeldentuin.
Loop je mee?



1. Een van de zes drieluiken van 'The Paintings: With us in the nature' van Gilbert & George. 2. 'Goudlokje' bij 'Caféterras bij nacht' uit 1888 van Vincent van Gogh. 3. Op bezoek in het Kröller Müller,  drie van de vier (foto: ©Gerry Cools). 
"Uniek in elk seizoen", luidt de slogan van het museum op de website. En dat zal best, maar ik* ben er in de lente. En één keer eerder bezocht ik het museum, maar dat is zeker zo'n 15, 20 jaar geleden. Slechts één keer in die ongeveer vijfenveertig jaar van mijn volwassen leven. Shame on me. Maar ja, het nationale park inclusief museum ligt niet direct op de route en het is vrij lastig te bereizen met het openbaar vervoer. (Een zwak excuus, ik weet het...).
* Ik? Dit keer werd ik tijdens mijn bezoek vergezeld door drie vrienden met een vergelijkbare passie voor kunst.

goede kunst wordt ingegeven door intellect

En - zonder de wijsneus uit te willen hangen - (toch) nog even terug in de tijd. Tussen 1907 en 1922 creëerde de in Essen, Duitsland geboren Helene Müller - echtgenote van de Nederlandse zakenman en haar vaders zakenpartner Anton Kröller - een van de grootste privé-collecties uit de twintigste eeuw. In die 15 jaar shopte ze 800 schilderijen, 275 beelden, ruim 5.000 werken op papier en 500 stuks toegepaste kunst en niet van de minsten. Wat dacht je van een representatief overzicht van het werk van Vincent van Gogh: 90 schilderijen en 180 tekeningen en dat is de grootse verzameling werken van 'onze' Vincent op die van de familie Van Gogh na. Daarnaast spaarde ze ook behoorlijk wat werk van Manet, Renoir, Seurat, Picasso, Mondriaan, Gris, Israëls, Toorop en ga zo maar door.
En zowel van Vincent van Gogh's - die schilderijen hangen in de rondlopende 'Van Gogh Galerij' (alwaar drommen kunstminnende Japanners en Chinezen een bliksembezoek brengen), als van de andere kunstenaars uit de verzameling, zie je een substantieel aantal op zaal.

een vrouw met een hobby

Dankzij het kapitaal dat haar Anton met zijn transport- en mijnbouwbedrijf vergaarde, kon Helene Kröller-Müller deze grote verzameling, met voornamelijk 19e en 20ste eeuwse kunst, aanleggen. De schatrijke dame kreeg pas rond haar 36ste belangstelling voor kunst, toen zij - zoals zoveel rijke vrouwen in die tijd - uit verveling een cursus kunstbeschouwing ging volgen bij 'kunstpaus' H.P. Bremmer (zelf kunstschilder, -criticus, -pedagoog, -verzamelaar én -handelaar), die haar ook adviseerde bij de aankoop van die kunst. Er wordt wel eens smalend beweerd dat het niet háár, maar zíjn collectie was, die in 1935 in handen van het Rijk kwam.
Mevrouw Kröller Müller kon nog net meemaken dat 'haar' museum, -  een 'noodgebouw' ontworpen door architect Henry van de Velde* - in 1938 werd geopend. Anderhalf jaar later overleed zij.
* in 1977 vergroot door Wim Quist en er zijn plannen voor verdere uitbreiding.






1. t/m 4. de Van Gogh Galerij met op de eerste foto misschien wel zijn beroemdste schilderij: 'De Aardappeleters' uit 1885. 5. en 6. Gilbert & George, 'The Paintings: With us in the nature', 1971. Op de zesde foto ook werk van Nicholas Pope, 'Yoo Hoo', 1981.
En dan is er natuurlijk die beeldentuin. In 1961 besloot de toenmalige directeur tot de aanleg daarvan, om - naast de kunst ín het museum - ook ruimte te creëren voor de plusminus 40 (buiten-) beeldhouwwerken die het museum toen rijk was. De beeldenzaal in het museum zou zich dan als het ware "voortzetten in de open lucht en zou daarmee een overgang vormen tussen een binnen- en een buitenmuseum."

een hoofdrol voor plastiek

Het resultaat van zijn inspanningen is een prachtige tuin met een unieke collectie van (inmiddels) 160 sculpturen en daarmee één van de grootste en fraaiste van Europa. Een prachtige buitenzaal van 25 hectare.
Overal staan beelden. In het oudste gedeelte vind je plastieken van de klassiek modernen, zoals Rodin, Moore, Arp en Hepworth (in het Rietveldpaviljoen zie je meerdere beelden van haar hand). Dieper in de tuin is de natuur wat ruiger en kom je sculpturen tegen van kunstenaars als Dubuffet, Van Lieshout, Serra, Claassen. Teveel om op te noemen.

een romantisch droevig, mooi sculptuur

We beginnen binnen, al wanen wij ons buiten. In zaal 8 in de rechtervleugel zien we een unicum: het enorme 'The Paintings: With us in the nature'* uit 1971 van het Engelse kunstenaarskoppel Gilbert & George. (Ik stond oog-in-oog met het duo tijdens de afgelopen Brafa, dus) ik kan hen naar waarheid schetsen: op-en-top keurig in het pak, ietwat bekakt en stiff upper lip. Stoïcijns en flegmatiek.
De schilderijen - het artiesten-setje noemt de serie doeken een "romantisch droevig, mooi sculptuur" - zijn de enige verfwerken die de heren ooit maakten (zij zijn van de performances, fotocollages, films en video's en boeken). De canvassen zijn heel vlak geschilderd, primitief haast en de kunstenaars hebben zichzelf schijnbaar achteloos in verschillende houdingen in die weelderig groene, lieflijk ogende omgeving geplaatst.
"Dit sculptuur hebben wij geleefd", aldus Gilbert & George. "Het was zomer 1970. Toen kwam de winter en wij herschiepen onze gevoelens. (…) Terwijl wij genoten van het schilderen, was onze grootste vreugde het zien terugkeren van ons sculptuur." De kunstenaars hoopten hun beleving van de zomer van 1970 in het Engelse landschap te kunnen vangen, maar terwijl ze bezig waren, beseften ze dat dit eigenlijk onmogelijk is.
Nog te zien tot en met 5 mei.
* De serie van zes triptieken (elk 230 x 680 cm) en twee ingelijste en gesigneerde verklaringen van de kunstenaars werden in 2010 aangekocht voor ruim 2,5 miljoen euro. 



 


1. t/m 3. Richard Long, 'From the River' met op de 1ste foto 'River Avon mud circles', 1984. 4. t/m 6. Lucas Lenglet, 'And all the untilled air between', met op de 6de foto (Anne-Marie in) de laatste zaal die rondom is behangen met een 'kleed' van duizenden veiligheidsspelden. 
Ook Engels, en gefascineerd door de natuur is land art kunstenaar Richard Long. In 1984 tekende de kunstenaar uit Bristol (1945) met modder uit de Avon (een rivier in Somerset die bij Bristol in zee uitmondt) drie grote cirkels - elk ruim 3 meter in doorsnee - op een wand in het Kröller-Müller. Af en toe worden de cirkels, die normaliter afgedekt zijn met een voorzetwand, weer tevoorschijn gehaald. Samen met een aantal andere werken - zoals grafiek en van gevonden drijfhout of steen gemaakte cirkels of andere geometrische vormen - staat de muurschildering centraal in de tentoonstelling 'From the River'.
(Ook) tot en met 5 mei. In Museum De Pont in Tilburg is ook werk te zien van Richard Long (en die expo loopt nog t/m 16 juni).

in- en uitsluiting

Dan een actueel thema, zo rond 4 en 5 mei: namelijk het begrip 'vrijheid'. De (omgevings-) kunstenaar Lucas Lenglet (Leiden, 1972) verwerkt elementen uit de architectuur om te reflecteren op de maatschappij en onze relatie tot de ander. Zijn werk handelt over in- en uitsluiting in de breedste zin van het woord. Want "vrijheid voor de een, is beperking voor de ander."

In het Kröller Müller zie je sinds verleden week (20 april) 'And all the untilled air between', een installatie gemaakt als tweede in de serie 'Vestibulum'*. "De voormalige entree van het museum, waar 'buiten' overgaat in 'binnen', is bij uitstek een plek voor een ingreep door Lenglet. De werken die hij in de ruimte plaatst, verwijzen naar objecten die de overgang tussen binnen en buiten markeren: slagbomen, hekken of tralies. Zo tast hij de voortdurende wisselwerking tussen in- en uitsluiting af."
In het Parool van 20 april zegt de kunstenaar: "ik heb veel tijd besteed aan het bestuderen van het gedrag van mensen daar. Dat is nogal weifelend. Er zijn keuzes te maken: links of rechts afslaan, treden naar beneden... De meeste bezoekers lopen verdwaald rond, alsof dit plots geen onderdeel meer is van het museum. (...). De klassieke museumhouding - handen op de rug en alleen kijken - is in één klap veranderd. Je bewustzijn van die plek wordt veel lichamelijker."
En dat is de spijker op z'n kop. Ietwat wankelmoedig liepen wij rond in en bij dit mooie werk van Lenglet in deze 'uithoek' van het museum.
* Vestibulum: elk half jaar nodigt het museum een kunstenaar uit om voor de voormalige entree - nu een doodlopende gang - een presentatie te maken die zich op de een of andere manier, óf tot de plek, of tot de geschiedenis van het museum of de collectie verhoudt.





 
1. Christo, '56 Barrels', 1968/1977. 2. Jean Amado, 'De la mer, le passage...', 1979. 3. Jacques Lipchit, 'Le chant des voyelles', 1931-1932. 4. (Red Hat ladies bij) Aristide Maillot, 'L'air', 1939/1962. 5. Bertrand Lavier, 'Privé sur mobi', 1986. 6. Claes Oldenburg, 'Trowel', 1971. 
Pas op, nu volgt een mening. (Precies zoals ik mij herinnerde) is het Kröller Müller een mooi museum. Niet al te groot en fijn. En de weg ernaar toe, op de witte leenfietsen, is in dit seizoen (ook) werkelijk prachtig. Al dat frisse, ontluikende loof en lommer.
50 shades of green...

What I see is what you get

Er is slechts één puntje waarbij ik mijn wenkbrauwen frons en dat is de entreeprijs. Toegang tot het park én het museum kost 19,90 (en bij een museumkaart € 9,90, want dan betaal je 'alleen' voor het park) en dat vind ik best wel (...) veel geld. Zeker als Jachthuis St. Hubertus* gesloten blijkt, want alleen op zaterdag en zondag geopend. (En het is nog wel schoolvakantie 😳).
Ik had graag het gesamtkunstwerk van binnen willen bekijken. Helaas...
* Het Jachthuis behoort tot het Nationale Park en niet tot het Kröller Müller.


-X-


Have a nice day!


1. Het (jammerlijk gesloten) Jachthuis St. Hubertus. 2. Het #artteam in de bocht... (vlnr. Janneke Lantink, Anne-Marie van Parreren, Gerry Cools en #yourstruly).
Bronnen: De groene Amsterdammer; Wikipedia; 'Een tijdlijn vol verhalen'; Vrij Nederland; Vereniging Rembrandt, Het Parool.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©miriamvandermeer | www.agreylady.nl.

Auto Post Signature

Auto Post  Signature