Amsterdam: de stad waar alles kan. Alternatieve vrijplaats en magies sentrum. En nee, exhibisie, magies en sentrum zijn geen tikfouten, maar de manier waarop het 'langharig, werkschuw tuig' in die late jaren 60 het liefst communiceerde. Want waarom moeilijk doen? Peace man...
Op 7 juli opende in het Stedelijk Museum de tentoonstelling 'Amsterdam Magisch Centrum, kunst en tegencultuur 1967-1970', waarin de bezoeker een beeld krijgt voorgeschoteld over hoe het er in die roemruchte jaren aan toe ging. Welke omwentelingen er in de maatschappij én in de kunst plaatsvonden. Want 't was niet niks: provo's, hasjiesj en marihuana, communes, Dolle Mina's, sit-ins, kabouters en vrije seks: het 'klein-burgerlijke klootjesvolk' sprak er schande van...
Het verzamelde journaille - waar ik mij gemakshalve maar even toe reken - kreeg van de week al een voorproefje van deze expositie over het recente verleden.
Kijk je mee naar een stukje jeugdsentiment?
Toch klopt dat niet helemaal, dat jeugdsentiment. In the late sixties was ik 11, 12 jaar. Een kind nog. Desondanks kreeg ik als geboren en getogen Amsterdammer wel het een en ander mee. Ook bij ons thuis werd er schande gesproken van die 'ongewassen, anarchistische nozems en beatniks' (niet zo verwonderlijk: mijn vader werkte bij de politie, oftewel 'de lange arm' van het - door de hippies en aanverwante figuren zo verfoeide establishment).
Flowerpower en ludieke acties
Goed. Het waren roerige tijden. De protestgeneratie zorgt voor een hevig generatieconflict en deze 'Leidseplein-kliek' nam vanuit hun jeugdig idealisme het heft in handen. Het trok ten strijde tegen de spruitjeslucht van de verstikkende klein-burgerlijke uniformiteit, zoals de jeugd-scene dat noemde. Het keurslijf van huisje, boompje, beestje moest uit en weg met de gevestigde orde. De Dam-slapers, hippies, Ban-de-Bommers en krakers lokten de 'zittende macht' (in casu de politie) uit haar tent en dreven de burgemeester tot wanhoop (wat Van Hall in 1967 ook zijn 'kop kostte').
tegen god en gebod
Soms ging het er hard aan toe, zoals tijdens de studentenrellen, de bezetting van het Maagdenhuis en diverse kraak-acties. Op andere momenten werden de 'misstanden' met humor en ironie aan de kaak gesteld. Neem het 'Witte-fietsen-plan' en het uitroepen van de Oranje-Vrijstaat. In 1969 hielden John Lennon en Yoko Ono hun Bed-In: voor deze pacifistische protestactie tegen de Vietnam-oorlog hielden zij een weekje het bed in kamer 702 van het Hilton in Amsterdam.
Ook de beeldende kunst veranderde in die tijd ingrijpend. Het 'provotariaat' propageerde de leus: 'weg met de verheven, elitaire en door de commercie gemanipuleerde kunst, want alles is kunst' (en dat is ook het uitgangspunt van Fluxus).
Kunstenaar Marinus Boezem, nu 84 - voegde de daad bij het woord, want die bedacht "Beddengoed uit de ramen van het Stedelijk Museum" (1969). Het 'ouderwetse en gesettelde' Stedelijk moest wakker geschut worden en er moest een frisse wind gaan waaien, vandaar dat hij beddengoed te luchten hing. "Met het project vervaagde Boezem de grens tussen kunst binnen en buiten het museum en verbond zo de museale en de publieke ruimte met elkaar."
De installatie is van zolder gehaald en het kreeg van de week, ter gelegenheid van de nieuwe expositie - weer, zij het tijdelijk, zijn plek aan de pui van de museum.
dit hap-hap-happens in amsterdam
Kunstenaars gingen in the sixties op zoek naar nieuwe, andere podia: op straat, eigen tijdschriften, film en video of op televisie. De idee werd belangrijker dan de traditionele vorm. Kunst kon immers ook een gebeurtenis zijn - en dat noemde je dan een happening; een ingreep in de stad of een televisieprogramma. Neem het spraakmakende Hoepla, waarin het productieteam* uiteenlopende onderwerpen op indringende, experimentele en provocatieve manier aan bod liet komen en ook het bloot niet schuwde. Ongekend voor die tijd.
* Willem de Ridder, Hans Verhagen, Wim T. Schippers en Wim van der Linden.
Magisch Centrum Amsterdam - de term werd in 1962 verzonnen door ex-glazenwasser, Provo-lid, anti-rookactivist en marihuana-adept Robert Jasper Grootveld - bereikte zijn hoogtepunt tussen 1967 en 1970. "De Nederlandse hoofdstad floreerde als een vooruitstrevende en artistieke haven die jonge mensen van over de hele wereld aantrok."
Het was een tijd waarop de bijdehante en rebelse reputatie van Amsterdam nog steeds leunt, vandaar dat het Stedelijk Museum zo'n vijftig jaar na dato de rol van de kunst in die 3 magisch jaren belicht. Ondanks het soms nogal vluchtige karakter van de kunstuitingen uit die tijd, is er ook nog veel bewaard gebleven. De tentoonstelling is samengesteld door het Stedelijk, samen met het Rijksmuseum. Beide musea zijn geïnteresseerd in de tegencultuur van de jaren zestig en kunnen in dit project hun onderzoek en collecties combineren. "Waar het Stedelijk in de tijd zelf vele werken exposeerde en aankocht, zal het Rijksmuseum ook enkele bijzondere recente aanwinsten tonen."
De tentoonstelling bevat ruim 250 werken en objecten en rond de 100 reproducties, afkomstig uit de collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, het Rijksmuseum, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het Instituut voor Beeld en Geluid en andere musea en particuliere verzamelingen.
Heb jij herinneringen aan die tijd?
Misschien is het een goed moment om samen met (eventuele) kinderen en/of kleinkinderen (neefjes, nichtjes) de expositie te gaan bekijken. Trouwens, het Stedelijk heeft een ludieke actie: was je 18 in '68, dan kun je gratis naar het Stedelijk!
Misschien is het een goed moment om samen met (eventuele) kinderen en/of kleinkinderen (neefjes, nichtjes) de expositie te gaan bekijken. Trouwens, het Stedelijk heeft een ludieke actie: was je 18 in '68, dan kun je gratis naar het Stedelijk!
Ben je nog een 'jonkie' (in mijn ogen... :-), dan is het misschien juist weer leuk om de oudere generatie uit te nodigen voor een bezoek aan het museum. Want wie weet? Misschien komen er wel leuke (of ondeugende) ervaringen uit die tijd naar boven....
Je hebt nog wel even, want de expo 'loopt' tot 6 januari 2019.
Je hebt nog wel even, want de expo 'loopt' tot 6 januari 2019.
-X-
Bij de tentoonstelling zijn vier podcasts gemaakt die "de luisteraar transporteren naar het Amsterdam van de jaren zestig. Met verhalen, anekdotes, interviews met kunstenaars en andere bepalende personen uit die tijd." De podcasts duren 25 minuten tot een uur. De eerste aflevering is op 7 juli gelanceerd, de andere volgen. Kijk en luister op Stedelijk. Daarnaast zijn er video's die te bekijken zijn op het YouTube kanaal van het Stedelijk.