Groot, groter, grootst, dat is het motto van de tentoonstelling 'Kunst van Formaat' in Museum Boijmans van Beuningen. Sinds 10 februari jl. zie je de door het museum vanaf de vijftiger jaren tot op heden verzamelde collectie XL-kunst. Er staat zelfs een zeer recente aankoop, namelijk 'De Vierkante Auto' van de Amsterdamse kunstenaar John Körmeling (1951) en dit prototype van een milieuvriendelijk vervoersmiddel kon nergens anders 'geparkeerd' worden dan in de, in de zeventiger jaren aangebouwde 'Bodon-vleugel' van het museum.
Gast-curator Carel Blotkamp heeft zo'n zestig schilderijen, sculpturen en installaties bijeen gebracht die door hun formaat niet door de deuren van het oorspronkelijke museumgebouw pasten. Kijk mee naar deze, wegens bouwtechnische belemmeringen weinig tentoongestelde bovenmatige kunst.
1. Jim Shaw, 'D'red Dwarf, B'lack Hole', 2010. 2. Marisol, 'The Car', 1964. 3. George Segal, 'Couple at the stairs', 1964. |
"Schilderijen die een hele wand beslaan, zaalvullende sculpturen en installaties: vandaag de dag vinden we kunstwerken van extreem groot formaat heel gewoon. Maar in 1935, als Museum Boijmans Van Beuningen wordt geopend*, zijn zulke werken nogal ongebruikelijk en er is bij de bouw dan ook geen rekening mee gehouden."
Je kunt er niet omheen...
Wat je hier lees is een passage van de website en ik ga het museum toch tegenspreken (of, laten we zeggen, aanvullen), want giga kunst is van alle tijden. Wat dacht je van het oude Egypte met de enorme farao-beelden. Oké, die waren niet bedoeld voor binnenshuis, maar toch. Ander voorbeeld. De wandkleden uit de Renaissance en Barok, zoals het tapijt van Bayeux uit de elfde eeuw. Huge. In ons eigen Rijks hangen meerdere voorbeelden van aanzienlijke kunst. In de Gouden Eeuw maakten de grote Hollandse meesters enorme schuttersstukken. De Nachtwacht van Rembrandt. Ook staatsieportretten hadden een behoorlijk afmeting, denk Marten en Oopjen (en dat stelletje is vanaf 8 maart weer te zien én in Nederland in de expo 'High Society' en uiteraard op mijn blog). Deze huwelijks-pendanten meten elk 210 x 135 centimeter en zijn daarmee ook veel te groot om door een 'normaal' deurgat te passen.
* Het gebouw werd ontworpen door (stads-)architect Adianus van der Steur in een modernistische, Amsterdamse School-achtige stijl.
In een verhandeling over kunstwerken van formaat in De Gids (dec. '07) legt Mariëtte Haveman een heel interessant verband. Zij zegt: "formaat en status hebben in de kunst, zo niet in het leven, alles met elkaar te maken" en dat vind ik een hele rake constatering en een waarheid als een koe. Hoe groter hoe beter of (belang-)rijker?
Maar goed. Het museum heeft gelijk als het constateert dat het produceren van 'grote kunst' pas écht een vlucht gaat nemen na de tweede wereldoorlog. Volgens dezelfde Haveman barstte de kunst vanaf de vijftiger jaren 'uit haar voegen'. "Barnett Newman schilderde in 1950 zijn 'Vir Heroicus Sublimus' op een doek van 2.5 x 5.5 meter. Jackson Pollock, Willem de Kooning en Frank Stella maakten allemaal schilderijen die een speciaal soort ruimte vereisen."
"Inmiddels zijn ook de musea voor moderne kunst volledig toegerust op grote kunstwerken. In Amerika werden in hoog tempo musea for contemporary art gebouwd die zelf het karakter hadden van enorm grote minimalistische installaties. In Europa ontstond het vertrouwde beeld van 'de Nieuwe Vleugel'; een bakvormig aanhangsel, vaak groter en hoger dan het oorspronkelijke gebouw. Vervolgens vroegen die musea om een soort kunst die paste tussen al die strekkende meters en zo werd het een fenomeen dat zichzelf in stand hield."
Tot zover Haveman en met name dat laatste vind ik een interessant gegeven...
Goed. Terug naar het Boijmans. Je ziet op mijn foto's van de tentoonstelling vaak bezoekers afgebeeld en dat deed ik in dit specifieke geval met een reden (anders dan dat het een levendiger beeld geeft). Door de afmeting van de menselijke maat krijg je een idee van de ware grootte van de kunstwerken. Vandaar.
sta-in-de-weg
In de tentoonstelling 'Kunst van Formaat' zijn ook drie auto's te zien. De al eerder genoemde en recent aangekochte 'vierkante' auto van John Körmeling (uit 2010). Het is een vereenvoudigde versie van een gewone auto, die ook echt kan rijden. Dat laatste zal zeker ook gelden voor de Mercedes pick-up met een 57 mm. kanon (1998) van Atelier van Lieshout, die bedoeld zou zijn om een zelfgecreëerde gemeenschap te beschermen. Het is een voorbeeld van de soms harde en agressieve beeldtaal van Joep van Lieshout en zijn bedrijf Atelier van Lieshout. Tenslotte zie je de PopArty 'The Car' (1964) van Marisol.Maar oké. Ik heb niet veel met auto's, dus doe mij maar de grootse schilderwerken. Ook daarin namen van importantie: Jan Schoonhoven, Jean Dubuffet, Jean-Michel Basquiat, Anselm Kiefer en ga zo maar door.
1. John Körmeling, 'De vierkante auto', 2010. 2. Donald Judd, 'Galvanized Iron 17 January 1973', 1973. 3. Robert Morris, 'Untitled'. 4. Anna, 'Cloth jumping, a monument for Muybridge', 1979. |
Tot zover mijn verslag van de mateloze kunst in Boijmans. Ik raad je aan om zelf te gaan kijken en trek daar dan flink de tijd voor uit. Naast 'Kunst van Formaat' is ook de (nieuwe) indeling van de vaste collectie meer dan de moeite van een bezoek waard (daarover schreef ik in mijn vorige blog). En dan is er ook nog 'Babel, Oude Meesters terug uit Japan', dat met een hele leuke en interessante invalshoek kijkt naar de teruggekeerde topstukken uit de vroegste Nederlandse kunst.
Helaas had ik daar, én geen tijd, maar (eerlijkheidshalve) ook geen puf meer voor.
Een volgende keer...
De tentoonstelling is nog t/m 29 april te zien. Voor info: Museum Boijmans van Beuningen.
-X-
Have a nice day!
En je kunt je uitstekend verpozen in het (design) restaurant met mooi zicht op het museumpark met beelden. |
Tekst en alle (iPhone) foto's: www.agreylady.nl