Dat is precies de omschrijving die Pyke Koch aan zijn eigen voorstellingen gaf. De afbeeldingen op zijn technisch perfecte en 'gladde' schilderijen noemde de kunstenaar "wel mogelijk, maar niet waarschijnlijk" en sindsdien is die uitspraak ook de karakteristiek geworden voor de kunststroming die wij nu magisch realisme noemen. Het kán wel, maar het is niet erg voor de hand liggend.
Ik hield woord (zie mijn vorige blogbericht) en bezocht afgelopen weekend het Centraal Museum in Utrecht om mij te laten informeren over deze autodidactische kunstschilder in de tentoonstelling 'De Wereld van Pyke Koch'. En daarbij kreeg ik - voor hetzelfde geld, dus zeg maar als extraatje - de expo 'Bye, Bye De Stijl' cadeau. Over die expo hoor je later meer. Vandaag staat mijn rapport in het teken van de 'fantastische werkelijkheid' van Pyke Koch.
1. Zelfportret met Zwarte Band, 1937. (Omstreden, want was het een fascistische portret?). 2. Impressie (de sculpturen zijn van Henk Visch). 3. 'Too Late To Go Home', 1988 van Henk Visch. |
"De beelden van Henk Visch (1950) sluiten op hun eigen wijze aan bij 'De Wereld van Pyke Koch'. Ook Visch neemt geen genoegen met het weergeven van de werkelijkheid, maar creëert dromerige bespiegelingen". Deze zaaltekst verklaart de aanwezigheid van vier sculpturen van kunstenaar Henk Visch onderweg naar de tentoonstelling over Koch.
Oké. Let's begin.
De gesjeesde student
Als zoon uit een gegoed huisartsen-gezin in Beek (bij Nijmegen) lag het voor de hand dat Pyke Koch (1901-1991) zou gaan studeren. In zijn geval werd dat een studie Rechten aan de Universiteit van Utrecht: zijn geliefde stad, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen en werken. En door een slordig misverstand - hij kwam te laat voor zijn doctoraalexamen, waardoor hij nooit zijn bul behaalde - nam Koch in 1927 voor het eerst serieus een penseel ter hand. Niet onverdienstelijk, want een jaar later hingen er al twee van zijn schilderijen in een expositie in Amsterdam.
1. Impressie. 2. 'Achterbuurtrhapsodie', 1929. 3. Carel Willink, (links) 'Radiomeisje', 1925 en (rechts) 'Heer met Bloem', 1926. 4. 'Bertha van Antwerpen', 1931. |
In het Centraal Museum is de expositie over Koch in drieën verdeeld: de periode vóór, tijdens en ná de oorlog met werk van hemzelf en van zijn tijdgenoten. Voor enige verdieping op de zaalteksten kun je een trapje op naar de entresol in de museumzaal.
Schurend imago
Die driedeling is wel begrijpelijk, want Pyke Koch was - en nu even heel kort door de bocht - 'fout in de oorlog'. Bekend is dat de kunstenaar bewondering had voor de Italiaanse fascist Mussolini en hij zou - zij het kortstondig - zijn 'hoop' op Hitlers nazi-regime hebben gesteld.
Het museum poogt in de tentoonstelling "een dieper inzicht te geven, zowel in Koch's kunstenaarschap als in de politieke complexiteit van het Interbellum, de periode tussen de beide Wereldoorlogen. En daarmee ook Koch's bekentenis tot het fascisme in perspectief te zetten en bij te dragen aan de nuancering van het debat over 'goed' of 'fout' dat sinds 1945 niet is verstomd".
Zeker in het begin viel het werk van self made kunstschilder Koch op door de vreemde onderwerpen die hij voor zijn schilderijen koos. Heel vaak waren dat louche buurten, prostituees, niet bepaald knappe vrouwen en kermisklanten. Hij werkte langzaam én bedachtzaam, maakte vaak meerdere versies van een schilderij in verschillende formaten en schroomde niet om een in zijn ogen mislukt schilderij te vernietigen.
Pyke Koch ontwikkelde gedurende zijn leven een voor hem bekend geworden perfecte techniek en hij wist daarmee een heel eigen, soms lichtzinnige, vaker beklemmende en ironische voorstellingswereld te creëren.
Het Centraal Museum Utrecht verzamelt al sinds 1937 de schilderwerken van Koch en beschikt daarmee over de grootste collectie van Nederland. In deze mooie - door conservator Marja Bosma samengestelde expositie - zijn zo'n zestig schilderijen van Koch te zien. Daarnaast hangen er nog eens veertig werken van binnen- en buitenlandse tijdgenoten, zoals Karel Willink en Charley Toorop en George Grosz en Henri Rousseau.
Creatief Directeur Bart Rutten (tegenover Jeroen Wielaert van de NOS) "ik vind dat een museum, als het goed zijn werk doet, vragen stelt over toen en nu. Daarmee breng je de maatschappij verder. Daarom is het goed dat we Koch in deze tijd hebben."
1. 'Leeuw in Interieur II', 1972. 2. Impressie. 3. 'Scrum III', 1969. 4. 'Vrouwen in de Straat', 1963-1964. |
Nog tot en met 18 maart Koch's realistische magie in het Centraal Museum.
Gaat dat zien!
-X-
Een verslag van de expo 'Bye, Bye de Stijl' hou je van mij tegoed (deze exhibitie is momenteel ook te bewonderen in het Utrechtse museum).
Kijk ook eens omhoog als je langs de Utrechtse grachten loopt. In 1950 ontwierp Pyke Koch in opdracht van de gemeente de armaturen voor de daar geplaatste straatlantaarns. |
Alle (iPhone) foto's: www.agreylady.nl