Waar een (klein)stedelijk museum groot in kan zijn. En ik heb het nu eens niet over het Stedelijk in Amsterdam. Nee, vandaag doen we een rondje langs de moderne kunstwerken in eigen bezit van het Schiedamse gemeentelijke museum.
Plaats van handeling is het voormalige Sint Jacobs Gasthuis in de Hoogstraat van de jenever-stad, dat in vroeger tijden medicinale hulp bood aan nooddruftige bejaarden. (En bejaard was je in die tijd al snel heb ik begrepen: zo'n beetje vanaf je veertigste). Hoe dan ook: sinds 1940 huisvest het neoclassicistische gebouw het Stedelijk Museum. In eerste instantie met vier zalen, kantoren en een schilderijen-depot op de vliering: na een verbouwing - die werd afgerond in 2006 - werd het aantal tentoonstellingsruimten uitgebreid naar elf, waaronder de zolder (het vroegere depot) die ook als expositiezaal in gebruik werd genomen. Over die zolder met mooi getimmerte later meer.
1. Karel Appel, 'Oerbeest', 1951. 2. (Deel van) 'Party Animal', 2005-2006 van Karin Arink en 3. Bert Sissingh, 'La Réflexion', 2010 |
* Zoals de gift in juli van dit jaar van negen vroege kunstwerken van CoBra-kunstenaars Karel Appel, Asger Jorn en Constant door verzamelaar Hans Sonnenberg (hij overleed enkele maanden na deze donatie).
Oog in oog met top-attracties
Vreemde figuren zijn de verbindende factor in de expositie. Je ziet een Hollandse deerne in klederdracht op 'killer heels' van Charlotte Schleiffert. En 'Party Animal' van Karin Arink: een 'levensgroot' half dierlijk, half menselijk stoffelijke wezen dat tegen de grond gekwakt lijkt. Tot slot van mijn korte beschrijving van deze expo met top-attracties vraag ik je aandacht voor de kleurrijke 'tent' van de altijd met textiel werkende Fransje Killaars. Haar installatie 'Non-Stop (Paris)' is "een vertrekpunt voor dromen, een halteplaats of toevluchtsoord" dat zij maakte in 1997 en dat in niets aan actualiteit heeft ingeboet.
Mooi!
Oké! Dan is het nu tijd voor de Appelzolder. En anders dan je misschien verwacht (op deze vliering worden geen appels bewaard) kreeg de zolder deze naam omdat er enige tijd zo'n 300 werken van de Nederlandse schilder en beeldhouwer Karel Appel lagen opgeslagen.
CoBrA en de Appelzolder
Karel Appel (1921-2006) richtte samen met gelijkgestemden (waaronder Constant en Corneille) in 1948 het avant-gardistische kunstenaarscollectief CoBrA* op. Na een heel slecht ontvangen tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam, vestigde de teleurgestelde Appel zich in 1950 permanent in Parijs waarbij hij (dus) 300 schilderijen achterliet in het depot van het Stedelijk in Schiedam.
En hier komt Pierre Janssen (1926-2007) in het verhaal. De broodmagere journalist van Het Vrije Volk kwam in 1956 als conservator in dienst van het Schiedamse Museum** en in de zes jaar dat hij in het museum werkte wist hij Karel Appel te overtuigen - en dat schijnt niet van een leien dakje te zijn gegaan - om 26 van de, in het (zolder-)depot gestalde kunstwerken aan het museum te verkopen. Schiedam was daarmee één van de eerste Nederlandse musea die werk van Appel aankocht en daarmee werd het museum eigenaar van de belangrijkste vroege CoBrA-collectie in Nederland (overigens samen met het Stedelijk Museum in Amsterdam).
* meer informatie over deze kunststroming lees je in mijn verslag van mijn bezoek aan het CoBrA Museum in Amstelveen.
* meer informatie over deze kunststroming lees je in mijn verslag van mijn bezoek aan het CoBrA Museum in Amstelveen.
** ook toen al probeerde Pierre Janssen een breed publiek voor kunst te interesseren. Hij gaf in zijn Schiedamse tijd veelvuldig lezingen waarin hij zijn enthousiasme voor beeldende kunst op de toehoorders probeerde over te brengen. Vanaf 1959 - dus wanneer hij in dienst is van het Stedelijk Schiedam - begint hij daarnaast voor de Avro met het wekelijkse tv-programma Kunstgrepen.
Over wat er precies te zien is op die zolderverdieping van het historische pand laat ik het museum zelf aan het woord (waarom moeilijk doen...). "De semi-permanente tentoonstelling op de Appelzolder bevat CoBrA-topstukken, onder andere 'Oerbeest' van Karel Appel uit 1951 en werken van Eugène Brands, Lucebert, Constant en Corneille. Ook zijn aanwinsten te zien van Jan Nieuwenhuijs die de Rijksdienst Cultureel Erfgoed in 2013 in langdurig bruikleen heeft gegeven.
Het zijn werken die heel goed de diverse aspecten van het CoBrA gedachtegoed weergeven’, zegt conservator Colin Huizing. 'Het credo luidt: vrijheid en vernieuwing.' De kunst gaat over de verschrikkingen uit de oorlog en het omarmen van het experiment. De expressieve energie van vreugde en vrijheid en herinneringen aan de oorlog wisselen elkaar af".
Ik ben een groot CoBrA-liefhebber en mijn waardering wordt - naast het spontane, levendige en associatieve van de avant-gardistische schilderijen - extra gevoed door de prachtige combinatie met de balkenconstructie van de zolder.
Daar word ik echt blij van (en het is ook nog eens heel fotogeniek :-).
Zo zie je maar weer. Een verrassend mooie collectie in een relatief klein en plaatselijk museum, dat ik nooit eerder bezocht. Er moeten - door het land - nog talrijke van dergelijke kleinoden te vinden zijn.
Kortom, nog genoeg te doen. Heb jij een leuke tip?
Kortom, nog genoeg te doen. Heb jij een leuke tip?
-X-
Fijn, het is vandaag!
Mural van Alex Warmerdam. Wandschildering ter gelegenheid van het solo-overzicht met Van Warmerdam, 'Tentoonstelling, Schilderijen, Film, Theater' in 2010. |
Alle (iPhone)foto's: www.agreylady.nl