De enige stabiliteit is beweging: Jean Tinguely in Stedelijk Museum Amsterdam

9 december 2016
Wat kun je je toch vergissen. (Of beter: wat kan ik me toch vergissen).
Enkele weken geleden zag ik in de bioscoop een promotiefilmpje van het Stedelijk Museum over de tentoonstelling 'Machinespektakel' met het werk van Jean Tinquely. Da's niks voor mij, concludeerde ik op basis van de getoonde beelden. En daaruit kun je dan weer opmaken dat ik het werk van de Zwitserse kunstenaar niet kende. Had misschien wel gemoeten als je pretendeert iets van kunst te weten. Maar eerlijk is eerlijk, ik had nog nooit van de man gehoord.
Jij?

Het knarst, ratelt, piept en steunt

Alles aan Tinguely's installaties beweegt. Hij wilde daarmee laten zien dat alles in het leven draait om beweging en verandering. "De enige stabiliteit is beweging - overal en altijd", luidde zijn motto. Tinguely's machines hebben geen nut: ze zijn.
Alles van ijzer en staal doet mee. Fietswielen draaien rond, ketels en pannen, kettingen slaan ratelend op stalen buizen, schroot wordt heen en weer gezwiept. Het roestige gevaarte piept, ratelt en kraakt en de toeschouwers krijgen geheid een grijns op het gezicht.
Je begrijpt het inmiddels: na een bezoek aan de tentoonstelling ben ik verkocht.



Vanwaar mijn enthousiasme? Jean Tinguely (1925-1991) was - zeker in zijn beginjaren - erg onder de indruk van de schilderijen van kunstenaars als Malevich, Miró en Klee en met zijn eerste draadsculpturen bootste de kunstenaar deze abstracte werken na. Sterker nog: hij zette ze in beweging. Die voorliefde voor het werk van de modernistische schilders is goed te zien en die deel ik (reden één).

In spannende afwachting

De tweede reden is algemener: Tinguely's werk brengt, zoals gezegd, een glimlach op ieders gezicht. Sterker nog: hij zorgt er postuum voor dat de bezoekers steeds in spannende afwachting naar zijn werk kijken. Iedereen versnelt zijn pas en rent heen en weer tussen de zalen om vooral geen beweging te missen. Ik ook. Ik was er niet weg te slaan. Sta je hier, dan klinkt uit de volgende zaal een ratelende geluid van metaal op metaal en wild dansend schroot, afval en afgedankte kledingstukken. Kom je daar, dan - je zult het net zien (of eigenlijk niet, dus) - is het spektakel daar net afgelopen.

Wegens de kwetsbaarheid kunnen de kinetische installaties maar af en toe in beweging worden gezetAls het apparaat na tien of twintig minuten wachten opnieuw gaat schokken, ratelen en knarsen, dan is de opwinding voelbaar. En is dat sculptuur of die installatie tot stilstaan gekomen, dan maar weer wachten welke machine daarop volgt. Wat gaat er bewegen en wanneer?
Ook leuk voor de kinderen.
Hoewel?





Ook leuk voor de kinderen? Ja, klopt. Maar de 62 machines (waarvan er 46 bewegen) verbeelden niet allemaal én alleen maar kinderlijk en (daarom) onschuldig spel. Tinguely was ook gefascineerd door destructie en vergankelijkheid. Bijna aan het einde van de expositie is een grote zaal (de grote Erezaal van de oudbouw van het museum) met daarin een hele grote opstelling: de Mengele-Totentanz uit 1986. De duistere installatie met schaduwspel is feitelijk - hoewel heel fascinerend - een macabere werk, zo blijkt later na lezing van de catalogus. Het uit 14 delen bestaande werk is opgebouwd uit overblijfselen van een boerderijbrand* waarvan de kunstenaar ooit getuige was geweest. Ook verwees Tinguely met Mengele-Totentanz naar de concentratiekampen van de nazi's.

Homo ludens

(* Tinguely kocht de uitgebrande en verwrongen boedel van de verbrande boerderij in zijn geheel op. De landbouwmachines, waaronder een maismachine van de firma Mengele (inderdaad, familie van); de dode dieren; de gecarboniseerde dakbalken; alles. De opstelling die hij er, werkend als een gek, in een paar maanden tijd van maakte, vormt nu het slotakkoord van de tentoonstelling. Bron: de Volkskrant).




Kleurrijke, corpulente vrouwenlijven

We sluiten dit verslag af met een ietwat vrolijker noot.
Tinguely werkte vanaf 1955 ook veel samen met de Frans-Amerikaanse auto-didactische kunstenaar Niki de Saint Phalle, waarmee hij in 1971 trouwde. Catherine Marie-Agnès Fal de Saint Phalle, zoals haar echte naam luidde, is onder andere bekend geworden door haar sculpturen van kleurige dikke dames. "Het knappe stel stond bekend als 'de Bonny & Clyde van de kunstwereld' en werkte samen aan projecten op grote schaal, machines en beelden zo groot als gebouwen", aldus Sacha Bronwasser in het al eerder aangehaalde artikel in de Volkskrant.

Tip: Mocht je meer willen weten over Jean Tinguely, zijn werk en de expositie, lees dan het uiterst onderhoudende artikel. 


-X-


Conclusie van het verhaal? 
Met stip een absolute aanrader!



Tekst en alle (iPhone 6) foto's: www.agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature